Wil je een sterke, duurzame en hoge aardbeientoren voor jouw verticale moestuin in de stad? Dan kom je waarschijnlijk bij afvoerbuizen uit. Kunststof buizen zijn zeer sterk en gaan zeer lang mee. Afvoerbuizen zijn bovendien niet moeilijk te bewerken. De ideale toren voor je moestuin op balkon of terras!

Plantentoren bouwen van een afvoerbuis
Moeilijkheid |
Budget |
Milieu |
Duurzaam |
Voordelen: Niet heel moeilijk te maken Sterk genoeg voor hogere torens Duurzaam, gaat heel lang mee! |
Nadelen: Niet heel milieuvriendelijk Wordt snel heet in de zon Best duur in aanschaf Lelijk grijs, zwart of wit Blijft onderin lang nat Er zijn overigens prima oplossingen om de toren milieuvriendelijker, goedkoper en mooier te maken. Lees verder! |
||
Benodigdheden VERSIE 1: De buis verwarmen en openduwen, meer werk maar beter. 1. Afvoerbuis (D 150-200mm / L 1-2m) 2. Verfbrander 3. Zaag 4. Glazen fles 5. Rolmaat 6. Stift of pen 7. Potgrond 8. Plantjes Bekleding: Optioneel maar aanbevolen 1. Kokosmat of hennepmat 2. Boormachine 3. Boortje 5mm 4. Bouten en moeren 5mm 5. Textielschaar 6. Scherp mes Watersysteem: Optioneel maar aanbevolen 1. Afvoerbuis (D 30-50mm, L 1-2m) 2. Boormachine 3. Boortje 2-3mm 4. Afsluitkap (D 30-50mm) |
Benodigdheden VERSIE 2: Direct ronde gaten boren, sneller en iets minder goed. 1. Afvoerbuis (D 150-200mm / L 1-2m) 2. Boormachine 3. Boorkroon 3. Rolmaat 4. Stift of pen 5. Potgrond 6. Plantjes Bekleding: Optioneel maar aanbevolen 1. Kokosmat of hennepmat 2. Boormachine 3. Boortje 5mm 4. Bouten en moeren 5mm 5. Textielschaar 6. Scherp mes Watersysteem: Optioneel maar aanbevolen 1. Afvoerbuis (D 30-50mm, L 1-2m) 2. Boormachine 3. Boortje 2-3mm 4. Afsluitkap (D 30-50mm) |
Handige video met instructies
Gezondheid en veiligheid
PVC kan weekmakers, BPA en schadelijke stoffen bevatten. Onder invloed van hitte en zure mest kunnen de stoffen vrijkomen. Tref daarom maatregelen om jouw plantentoren veilig en gezond te houden:
- Gebruik bij voorkeur HDPE, PE of PP afvoerbuizen, deze zijn doorgaans milieuvriendelijker.
- Let op keurmerken: KOMO, KIWA en andere keurmerken voor drinkwaterveiligheid en kwaliteit.
- Gebruik een buis die van foodgrade-kwaliteit is, zoals drinkwaterleidingen voor de horeca.
- PVC is betaalbaarder. Ga je voor PVC, kies dan PVC-U zonder weekmakers en schadelijke stoffen.
- Bekleed je buis met een isolerende kokosmat of hennepmat als je de buis in de zon wil zetten.
- Vermijd zure kippenmest, (potgrond met) turf of tuinturf, bladafval, coniferengrond e.d.
- Gebruik bij voorkeur kalkrijke mest, verteerde koemest, wormencompost of konijnenmest.
Of ga natuurlijk voor een hele andere aardbeientoren of plantentoren. Bekijk 5 manieren om een plantentoren te bouwen of bekijk ideeën voor jouw verticale moestuin in de stad voor nog meer inspiratie!
Aardbeientoren maken instructies:
Nu je weet wat je nodig hebt kan je ermee aan de slag! We gaan eerst afmetingen maken en de buis aftekenen, zodat je weet waar je moet zagen. Daarna gaan we de buis uitzagen en de openingen maken.
Als laatste gaan we de buis aankleden zodat deze veilig is, sterk staat en relatief koel blijft in de zon. Maar we beginnen natuurlijk bij stap 1 en dat is meten. Bekijk de stappen hieronder om aan de slag te gaan.
Stap 1: Meten is weten!
Bepaal waar de gaten moeten komen.
Met een rolmaat kan je een streep tekenen op iedere 10 centimeter. Zie de foto hieronder èn de volgende foto met uitleg. Niet alle strepen worden gebruikt maar dit maakt het straks iets makkelijker te zien.

Ook de breedte van de strepen is belangrijk. Hier zijn de vakken ongeveer 7 centimeter breed. Dat is net zo breed als de hals van mijn glazen fles. Het hoeft niet perfect op de millimeter afgemeten te worden.

Belangrijk is wel dat alle strepen ongeveer even lang zijn, en dat ze recht onder elkaar staan. De buis heeft een diameter van 200mm (of 20cm). Herhaal de stappen voor de hele buis, zodat er rondom strepen staan.
Stap 2: Vakken maken
Bepaal hoe je de gaten wilt maken.
Nu kan je de vakken uitzagen! Op de foto zie je een simpele handzaag. Voor sterke, dikke buizen is dat niet handig. Je bent er dan lang mee bezig. Met een cirkelzaag of boormachine met zaagfrees ben je snel klaar.
Stap 2 (methode 1): Gaten boren
Deze methode is snel klaar. Planten komen alleen vanuit een ongemakkelijke hoek uit de toren. Recht opzij dus. Door de gaten aan de zijkant kunnen aarde (en plantjes) uit de toren vallen. Niet de beste manier dus.
Zo werkt dat:
Pak een boormachine met een sterke boorkroon. Een boorkroon is een soort ronde zaag met zaagtanden. Boor nu volgens het meet-voorbeeld hierboven, om de streep een gat en ga van boven naar beneden.
Draai de toren één kwartslag en herhaal deze stap, maar begin één streep lager! Zo krijg je om-en-om een vak in de toren. Je plantjes krijgen dan genoeg ruimte bij de wortels en zitten elkaar dus niet in de weg.
Draai de toren weer één kwartslag, etcetera. Net zo lang tot je de toren rond bent. In principe is je toren dan klaar, tenzij je liever gaten smelt (de betere methode). Lees dan hieronder verder hoe je dit aanpakt.
Stap 2 (methode 2): Gaten smelten
Deze methode is iets moeilijker maar veel beter. Plantjes groeien enigszins omhoog en niet opzij. Aarde kan niet uit de toren vallen (en plantjes ook niet). De ideale toren voor jouw verticale moestuin in de stad!
Zo werkt dat:
Gaten smelten, deel 1: Zaag eerst gleuven
Begin met het zagen van de gleuven, exact op de strepen die je hebt afgemeten. Een cirkelzaag OF een boormachine met een stevige zaagfrees. Je kunt een handzaag gebruiken maar dit vraagt meer inspanning.

Let op: Er komt heel veel zaagsel vrij van afvoerbuizen. Dit zaagsel is slecht voor het milieu. Vang het bijvoorbeeld op met een dekzeil. Houd een stofzuiger bij de zaag om het meeste zaagsel direct af te nemen.
Gaten smelten, deel 2: Verwarm de gleuven
Deze stap vereist veel geduld. We gaan nu de uitgezaagde delen verhitten met een verfbrander. Er zijn een paar belangrijke dingen waar je op moet letten, zodat je dit veilig doet. Daarover meer onder de foto.

De verfbrander die hier wordt gebruikt, verwarmt ongeveer 300-450 graden. De brander houden we op zo'n 10 centimeter afstand van de buis. Zo verwarmt de buis gelijkmatig, zonder deze te verbranden.
Houd hier rekening mee:
- Houd voldoende afstand tussen de brander en de buis. Als je deze te snel probeert te vethitten, kan de buis verbranden.
- Ga in een goed geventileerde ruimte staan, bij voorkeur buiten bij een zachte wind. Adem zeker ook de hete lucht niet in.
- Let goed op alle lichaamsdelen. Blijf met handen en voeten weg van de verfbrander. Werk niet op teenslippers, etcetera.
- Verwarm de buis langzaam en gelijkmatig. Verwarm vooral de gezaagde sleuf. Verwarm ook een beetje rondom de sleuf.
Je kunt tijdens het verhitten, af en toe voorzichtig met de fles tegen het verhitte deel duwen. Zo weet je of de buis meegeeft. Als de buis zacht is, duw de fles er dan helemaal in volgens de volgende stap 4.
Gaten smelten, deel 3: Druk de gaten erin
Als je een deel goed hebt verhit en de buis op die plek zacht is, druk er dan een fles in. Doe dit snel zodat de buis geen tijd krijgt om af te koelen. Je krijgt een mooie, gelijkmatig verdeelde opening in de buis.

Begin door de fles boven het zaaggat te duwen. Als het materiaal direct meegeeft kan je verder. Lukt het nog niet echt, verwarm de buis dan nog iets verder tot het wel lukt. Deze buis moet goed zacht zijn.
Let ook goed op dat je de buis NIET verbrandt met de verfbrander. Als je te lang en/of te dicht bij de buis zit met de verfbrander, kan de buis verbranden. Deze wordt zwart en giftige stoffen komen dan vrij.

Als de buis goed zacht is, duw de fles van boven het zaaggat en draai de fles zodat het onderste deel over de fles valt. Zoals op de foto hierboven. Daarna kan je de fles nog iets verder in het gat duwen.

Houd de fles stil voor ongeveer 20 tot 30 seconden en zeker niet korter. De afvoerbuis wordt zo in vorm gehouden. Als je de fles verwijdert na die tijd, dan trekt de buis niet meer strak en blijft het gat zitten.
Stap 3: Buis bekleden
Goede isolatie en mooie looks.
Omdat zo'n kunststof buis in de zon erg heet kan worden, is het handig deze te bekleden. Dit is prettiger voor de wortels van jouw plantjes èn het is veiliger voor je moestuin, plus het ziet er natuurlijker uit!
Kokosmat of hennepmat is aan te raden, omdat dit zeer goed isoleert. Je kunt ook jute gebruiken, dit ziet er ook mooi uit, maar het isoleert minder goed. Hoe dan ook, bekleding voor je buis is een win-win.
Buis bekleden, deel 1: Gaten boren
Als de plantentoren zo hoog is, kan je met je arm niet binnen in de hele toren komen. Het is daarom handiger om gaten te boren voor bouten, direct onder de plantgaten die je in jouw toren hebt gemaakt.

Je kunt de kokosmat rond jouw aardbeientoren trekken. Met een schroevendraaier prik je dan gaten in de kokosmat, op de plekken waar je gaten in de buis hebt geboord. Zo kan je daar straks makkelijker bij.

Maak eerst een kant van de kokosmat vast met bouten. Draai ze niet te strak, zodat je deze straks weer makkelijk los kunt draaien. Laat de andere kant van de kokosmat nog even los, dat snijdt makkelijk.
Buis bekleden, deel 2: Bekleding snijden
Knip en snijd nu de kokosmat, op de plekken waar plantgaten zitten. Gebruik een textielschaar of scherp mes gleuven te knippen en te snijden. Trek de kokosmat steeds strak zodat gaten op hun plek vallen.

Voel steeds goed waar de plantgaten zitten. Snijd dan precies op de juiste plek een gleuf in de kokosmat of hennepmat. Blijf de mat steeds strak trekken zodat gleuven niet verschuiven en de mat strak hangt.

Je kunt de buis steeds een kwartslag draaien. Herhaal de stappen voor alle gaten rondom de buis, waar de kokosmat of hennepmat overheen valt. Als je klaar bent, trek de mat nog een keer zo strak mogelijk.
Buis bekleden, deel 3: Bekleding afwerken
Prik nu in de andere kant van de kokosmat of hennepmat ook gaten. Kijk en voel goed, zodat de gaten exact op de juiste plek komen. De mat moet strak om de toren zitten en de gaten op de plek van de boutjes.

Draai de moertjes los, steek de boutjes door de gaten en doe een ringetje over de boutjes heen. Draai daarna het moertje daar weer op. Je kunt het nu goed vast draaien, bijvoorbeeld met een moersleutel.

Herhaal de stappen voor de bekleding, tot de hele buis goed bekleed is. Je kunt hogere kokosmatten een klein stukje over de lagere kokosmatten laten vallen, of de kokosmatten strak tegen elkaar aandoen.
Stap 4: Water-systeem
Kies hoe je water wilt geven.
Nu kan je er optioneel een watersysteem aan toevoegen, maar da's wel aan te raden! Zorg dat je plantjes altijd genoeg water hebben, ook in de zomer. Nooit meer schrale voetjes voor je vrienden in de toren!
Je kunt zo'n watersysteem op meerdere manieren maken. De derde is de manier die wij het liefst gebruiken, omdat je deze nog geheel kunt aanpassen naar behoefte.
Stap 4 (methode 1): Druppelslang
Pluspunten:
Bijna perfect gelijkmatige bewatering
Makkelijk en snel tuinslang koppelen
Minpunten:
Moeilijk vervangbaar als iets stukgaat
Niet uitbreidbaar met handige extra's
Je kunt een druppelslang in de toren hangen. Er zijn twee soorten. Druppelslangen die ondergronds kunnen en druppelslangen die je bovengronds gebruikt. De ondergrondse druppelslang moet je hebben.
Zo werkt dat:
Gebruik een druppelslang die net zo lang is als de toren hoog is. Vóór je de plantentoren vult met aarde of potgrond en plantjes, hang je de druppelslang er recht in. Probeer deze in het midden te houden.
Ga ondertussen verder met het vullen van de toren volgens stap 5. Houd de slang continu zo veel mogelijk in het midden. Dit zorgt dat jouw aardbeientoren straks aan elke kant gelijkmatig water zal krijgen.
Stap 4 (methode 2): Irrigatiesysteem
Pluspunten:
Systeem is volledig te automatiseren
Makkelijk vervangbaar bij slijtage
Exact bepalen welke plant water krijgt
Minpunten:
Losse slangetjes over je hele toren
Redelijk duur systeem in aanschaf
Er zijn simpele, kleine irrigatiesystemen met dunne buisjes en een verloop stuk. Je kunt er een tuinslang op aansluiten en aan de slang zitten sproeiertjes. Deze bevochtigen de grond rondom jouw plantjes.
Zo werkt dat:
Zo'n irrigatiesysteem is eigenlijk heel simpel, maar hangt helaas zichtbaar aan de buitenkant. Je zou het mogelijk kunnen verwerken onder de kokosmat of hennepmat, als je die gebruikt rondom jouw toren.
Je steekt in elk plantgat een prikker met zo'n vernevelaar van het irrigatiesysteem. Meer hoef je eigenlijk niet te doen. Als je het onder een kokosmat of hennepmat verwerkt, blijft jouw systeem beter zitten.
Stap 4 (methode 3): Drainagepijp
Pluspunten:
Redelijk goedkoop in aanschaf
Makkelijk uitbreidbaar met extra's
Duurzaam, gaat extra lang mee
Multi-purpose te gebruiken
Minpunten:
Extra kunststof of PVC nodig
Moeilijk vervangen bij slijtage
Geen koppeling voor tuinslang
Regelmatig moeten bijvullen
Deze methode heeft eigenlijk de voorkeur, omdat het uitbreidbaar is en makkelijk te gebruiken is. Je hebt hiervoor enkel een extra buis nodig. Deze kan je in het midden van de toren zetten terwijl je die vult.
Je kunt een irrigatiebuis in het midden van de toren plaatsen. Deze vul je regelmatig met water. Je kunt er hydrokorrels aan toevoegen. Maak zelf een tuinslang koppeling (extra werk) of breid deze verder uit.
Bijvoorbeeld met leuke extra's zoals een afvoersysteem onderin de toren. Overtollig water kan dan ontsnappen. Je kunt zit zelfs opvangen en hergebruiken, of voeg een waterniveaumeter toe aan deze buis!
Zo werkt dat:
Je boort simpelweg gaten in een dunne buis. De gaten mogen ongeveer 2 tot 3 millimeter zijn. Bij voorkeur de onderkant van de buis afdoppen. Zet de buis in de toren en vul deze volgens stap 5 (volgende).
De dunne buis midden in de toren, dient als waterreservoir. Wanneer de aarde vochtig is, druppelt water daar niet meer zo goed uit. Dat is perfect. Als de aarde droog is vloeit het water makkelijk uit de buis.
Het vullen van de buis doe je simpelweg met een gieter of tuinslang. Je kunt daar ook (vloeibare) plantenvoeding aan toevoegen, dubbele win dus! Daarom heeft een dunne buis in het midden de voorkeur.
Stap 5: Aarde en planten
Neem je plantentoren in gebruik!
Het is belangrijk om jouw aardbeientoren iets in te graven. Maak een gat in de grond van 20cm diep en zet de buis daarin. Als jouw aardbeientoren ècht hoog is, bijvoorbeeld 2 meter, graaf dan nog dieper.
Je kunt de aardbeientoren ook in een grote bloempot zetten. Deze vul je dan met aarde tot de rand. Zo blijft jouw aardbeientoren goed staan en kan je deze (met moeite) nog steeds verplaatsen als 't nodig is.
De beste combinaties voor je plantentoren
Liever iets anders dan aardbeien? Tuurlijk kan dat. Je kunt combinatieteelt in de plantentoren perfect toepassen! Dit zijn de beste combinaties van planten voor in jouw mooie plantentoren:
Jouw aardbeientoren of plantentoren vullen
Vul de buis met aarde. Er gaat altijd veel meer aarde of potgrond in dan je denkt! Gebruik je een druppelslang of irrigatiebuis, steek deze dan eerst in de toren. Doe dat vóór je begint met deze te vullen.
Voor de toren van 2 meter hoog, met een diameter van 200mm, hebben we hier 2 zakken aarde van 40 liter gebruikt. Dat is ongeveer 1 zak aarde van 40 liter per meter hoogte.
Zo vul je jouw aardbeientoren goed
Belangrijk is dat je laagje voor laagje te werk gaat. Vul niet eerst de hele toren, maar vul steeds een laag. Stop dan de aardbeienplantjes, kruiden of andere keukenplanten in die laag van jouw plantentoren.
Zitten de plantjes goed in de toren, met de wortels in de aarde, dan kan je door naar de volgende laag.
Zo staat jouw plantentoren stevig
Jouw plantentoren mag natuurlijk niet omvallen! Er zijn een paar dingen die je kunt doen, om te zorgen dat jouw aardbeientoren of plantentoren sterk staat. Zo waait je plantentoren niet om bij een storm:
- Graaf de toren diep genoeg in: Graaf een toren van 2 meter hoog ten minste 30 centimeter de grond in. Als jouw aardbeientoren of plantentoren niet diep genoeg in de grond staat, kan deze makkelijk omvallen. Dat willen we niet.
- Grond dichtslaan met water: Als de toren staat, gooi dan een emmer water leeg rondom de toren. Dit zorgt dat de grond rondom de toren goed dichtklinkt. Het kan ook helpen om een emmer water leeg te gooien in de toren zelf.
- In de kweekkas goed vastmaken: Als je kas sterk genoeg is: Maak je plantentoren vast aan het frame van je kweekkas. Hang de toren niet aan het dak, dat is te veel gewicht, maar maak de toren gewoon vast zodat deze niet kan omvallen.
- Giet de toren vast in beton: Ben je 1000% zeker dat je plantentoren op die plek moet komen, en daar ook blijft staan? Een sterke, ingegoten fundering van beton is beter dan elke andere versteviging. Die toren gaat helemaal nergens meer heen!
- Gebruik tentharingen en touw: Of nog beter, metalen kettingen. Boor aan 4 zijden van de toren een gat bovenin. Trek vervolgens touw of een ketting schuin naar (tent)haringen, schuttingen of palen die elders in de grond staan.
- Zet de toren in een bloempot: Het helpt om je aardbeientoren in een pot of bak met aarde te zetten. Vul deze met aarde en gooi er een emmer water bij. Zo zakt de aarde goed in. Je kunt de toren (met moeite) eventueel nog verplaatsen.
Dit is het resultaat!
Als het goed is ziet jouw toren er na afloop zo uit (foto hieronder). Deels afhankelijk van of je een hennepmat of kokosmat gebruikt, of niet. Het resultaat zal hier in elk geval sterk op lijken en je toren is klaar!

Reactie plaatsen
Inloggen of Account maken om te reageren op