Aardbei soorten
Aardbei draagt de (Latijnse) wetenschappelijke naam Fragaria en is een lid van de rozenfamilie, ook wel rosaceae.
Met ontelbaar veel soorten aardbeien (Fragaria) zie je vaak door de bomen het bos niet meer. Wie aardbeien neemt kiest meestal voor de tuinaardbei. Dit is de bekende, meestal rode aardbei zoals we die allemaal kennen. Verder zijn er ook witte aardbeien, bosaardbeien, klimaardbeien en sieraardbeien.
Aardbeien rassen
Het belangrijkste verschil tussen de aardbeien rassen is of deze vroegdragend, laatdragend of doordragend zijn:
- Vroegdragende aardbeien plukken we heel vroeg in de zomer, soms zelfs in het late voorjaar al.
- Laatdragende aardbeien plukken we pas later in de zomer, soms zelfs tot en met de herfst.
- Doordragende aardbeien plukken we gedurende een lange tijd, van zomer tot en met herfst.
Natuurlijk wil je het liefst zo lang mogelijk aardbeien plukken. Maar vóór je naar de winkel rent om zó veel doordragende aardbeien te kopen dat je een extra tuin nodig hebt, overweeg het volgende: De grootste aardbeien zijn bijna altijd de kortdragende, vroege of late aardbeien.
Als je de grootste aardbei wilt kweken, wordt het waarschijnlijk geen doordragend soort. Doordragende aardbeien hebben meer energie nodig, om gespreid over het jaar continu aardbeien te kunnen maken. Ze blijven dus vaak kleiner en moeten energie meer verdelen, maar je kunt langer genieten.
Kortdragende aardbeien hebben eigenlijk maar één nadeel: Je kunt slechts kort aardbeien plukken. Toch zijn de grootste en lekkerste rassen meestal kortdragend. Alle energie is dan voor een korte periode, voor de aardbeien die op dat moment groeien. Kies dan wel een geschikt, groot ras uit ;)
Maar er zijn ook hele lekkere doordragende aardbeien hoor. Als je niet kan kiezen, neem je toch het beste van twee of eigenlijk drie werelden? Vroegdragende en laatdragende voor verschillende momenten in het jaar. Doordragende om het hele jaar door te kunnen snoepen. Goed idee toch!?
Tuinaardbei
De gewone aardbei of tuinaardbei (Fragaria ananassa) zijn aardbeien rassen zoals iedereen ze kent. Een mooie, rode en zoetsappige vrucht met zacht vruchtvlees. Hoewel dit het meest verkochte en bekende soort aardbei is, stamt deze eigenlijk af van de witte aardbei (zie hieronder). Daarnaast zijn er ook weer veel verschillende soorten ontstaan vanuit de gecultiveerde rode aardbei.

Je herkent de tuinaardbei of gewone aardbei makkelijk. Geen enkele andere vrucht ziet er zo uit. Ook kan je de tuinaardbei al herkennen aan de bloemetjes. Die hebben -zoals je hieronder ziet- meer bloemblaadjes en de bloemblaadjes overlappen elkaar. Daarnaast zijn de bloemetjes groter dan die van de bosaardbei.

Foto hierboven: de bloem van een gewone aardbei of tuinaardbei. Groot en met witte bloemblaadjes. Makkelijk te herkennen aan de bloemetjes en de bladeren, die vrij groot kunnen worden in verhouding tot de grootte van de plant zelf.
Hieronder nog even de vroege, late en doordragende rassen op een rij:
Vroegdragende aardbeien
Dit zijn enkele vroegdragende aardbeiensoorten. Deze kan je dus al vroeg in de zomer plukken. Natuurlijk zijn dit niet alle rassen maar dit zijn de meest bekende soorten:
- Korona
- Maxim (extra grote aardbeien)
- Elsanta
- Mieze Schindler
- Snow White (witte aardbeien)
Laatdragende aardbeien
Hieronder een kleine greep uit de aardbeiensoorten die laatdragend zijn. Deze kan je dus later in de zomer gaan plukken. Wederom zijn dit niet alle soorten maar de meest bekende:
- Faith
- Malwina
Doordragende aardbeien
Verder zijn dit nog enkele doordragende aardbeienrassen. Deze kan je dus de hele zomer lang blijven plukken. Ook dit is een kleine greep uit de meest bekende rassen:
- Amandine
- Furore
- Ostara (zeer productief)
Witte aardbei
Voordat de aardbei werd gecultiveerd was deze vooral wit van kleur. De witte aardbei was dus een van de eerste soorten aardbeien die er toen waren. Later werd een rode variëteit door de mens verder gecultiveerd, mede vanwege de aantrekkelijke kleur. Dat maakt de witte aardbei niet minder lekker. In tegendeel zelfs!
Tegenwoordig wordt de witte aardbei vaak verkocht onder de naam ananasaardbei, met rassen zoals de Pineberry. Sommigen beweren dat deze ook daadwerkelijk een beetje naar ananas smaakt. Zelf heb ik de ananassmaak nog niet kunnen ontdekken. Voor zo ver ik deze ken, smaakt de witte aardbei gewoon zoals een aardbei smaakt. Wel zijn ze heerlijk zoet!

De witte aardbei is een bijzondere aardbei die niet iedereen kent. In onze moestuin heeft de witte aardbei ook een tijd gestaan. Zoals je weet moet je elke 2-3 jaar de plantjes vervangen. We kiezen dan steeds een ander ras. De witte aardbei trok veel bekijks. Bezoekers keken verwonderd naar de witte kleur aardbeien. Die zie je niet vaak.
Bosaardbei of Wilde aardbei
In het wild, in loofbossen of aan de bosranden van loofbossen, kom je dit soort soms nog wel eens tegen. De bosaardbei is een zeer snelle bodembedekker. Deze kan ontzettend woekeren en dat houdt ook onkruid tegen. De vruchtjes zijn piepklein en heel zacht. Rijpe bosaardbeitjes kan je per ongeluk pletten tussen je vingers, als je niet uitkijkt.
Bosaardbeien zijn piepklein maar heerlijk zoet van smaak. Het is duidelijk anders dan de gewone, grotere aardbeien die doorgaans steviger zijn. Bosaardbei planten groeien razendsnel. Deze sterk groeiende bodembedekker kan binnen korte tijd complete stukken grond overwoekeren. Zet deze dus op een geschikte plek.
De bosaardbei planten blijven zelf ook een stukje kleiner. De blaadjes zijn ook kleiner en de plantjes nemen per stuk minder ruimte in. Ze woekeren echter veel sneller dan de grote variëteiten.

Dat de bosaardbei of wilde aardbei hele kleine vruchtjes maakt wordt snel duidelijk. Bosaardbeitjes zijn namelijk zeer productief en hangen altijd helemaal vol. De vruchtjes zijn niet zo stevig en sappig als gewone aardbeien. Wel zijn de kleine aardbeitjes heerlijk zoet van smaak.

De bosaardbei kan je onderscheiden door naar de bloemetjes te kijken. Die zijn kleiner dan de bloemen van de tuinaardbei. Ook hebben de bloemetjes (bijna) altijd vijf bloemblaadjes, die los van elkaar staan. Ze overlappen elkaar dus niet zoals bij de tuinaardbei wel het geval is.

Ook kan je de bosaardbei herkennen aan de kleinere, minder gladde en minder "mooie" vruchtjes. Vaak wordt de bosaardbei ook verward met de sieraardbei of schijnaardbei, wat eigenlijk helemaal geen aardbei is. De bosaardbei en de schijnaardbei lijken erg op elkaar:
Sieraardbei of Schijnaardbei
Dit soort lijkt heel erg op de bosaardbei. Het is dan ook niet zo gek dat de twee vaak met elkaar worden verward. De schijnaardbei of sieraardbei is geen eetbare aardbei. Giftig is de sieraardbei ook niet. Als je per ongeluk een sieraardbei hebt opgegeten, is er niets aan de hand. De sieraardbei heeft gewoon geen smaak. Ze zijn niet lekker.
Eigenlijk is de sieraardbei of schijnaardbei helemaal geen echte aardbei. Met de wetenschappelijke naam Duchesnea indica is het eigenlijk een heel ander soort plant. De schijnaardbei komt wel uit de rozenfamilie (Rosaceae), net als de andere aardbeiensoorten. Ze staan dicht bij elkaar in deze familie. Vooral de blaadjes lijken erg op elkaar.

Toch kan je de sieraardbei wel onderscheiden van de eetbare aardbei. Tijdens de bloei kan je het onderscheid goed maken. De sieraardbei maakt gele bloemetjes zoals op de foto hierboven te zien is. Alle eetbare aardbeien maken witte bloemetjes. Zie je dus gele bloemetjes zitten, dan is het zonder twijfel een sieraardbei.

Je kunt de sieraardbei ook onderscheiden door naar de vorm van de vruchten te kijken (zie foto hierboven). De sieraardbei is rond van vorm, maar eetbare aardbeien zijn kegelvormig. Heeft jouw aardbeienplantje dus kleine, ronde vruchtjes dan is het een sieraardbei. Kegelvormige aardbeien zijn allemaal eetbare variëteiten.
Bijzondere soorten
Natuurlijk kan ik onmogelijk alle aardbeiensoorten hier per stuk opnoemen. Ik zou het wel willen, maar het zijn er echt te veel. Wel kan ik er een aantal opnoemen die we hier hebben gehad en die enorm zijn bevallen. Dit zijn de meest opvallende aardbeiensoorten. De witte aardbei, ook wel ananasaardbei, noemde ik eerder al op. Dit zijn nog meer bijzondere aardbeiensoorten:
Kersenaardbei
De kersenaardbei is een heerlijke zoete, donkerrode aardbeiensoort. Net als de ananasaardbei die niet naar ananas smaakt, zal ook de kersenaardbei niet naar kersen smaken. Deze is alleen zo genoemd vanwege de kleur. Dit soort blijft iets kleiner, de vruchtjes blijven kleiner maar zijn mierzoet. Als ze rijp zijn druk je ze bijna plat omdat ze erg zacht zijn.
Je kunt de kersenaardbei niet in de winkel vinden. Dit soort is niet zo goed houdbaar is onze ervaring. Vermoedelijk zijn ze daarom niet te koop. Als je de overheerlijke kersenaardbei wilt proberen kweek je deze meestal zelf. Voor planten zoek je op de naam Cherryberry, zoals deze ook wordt genoemd door kwekers.
Frambozenaardbei
De frambozenaardbei smaakt ook niet naar framboos. Wel is het een bijzonder aardbeiensoort. Deze is zo genoemd vanwege de ongebruikelijke vorm van de vruchtjes. De zaden op de framboosaardbei bevinden zich in kleine kuiltjes in plaats van direct aan de oppervlakte van de vrucht. Hierdoor lijkt de frambozenaardbei een heel klein beetje op een framboos.
Als je zoekt naar de frambozenaardbei kan je ook zoeken naar de Framberry. Zo wordt dit soort vaak genoemd door aardbeienkwekers. In de winkel ligt de frambozenaardbei niet, op heel misschien die ene uitzondering na. Dit soort zal je zelf moeten kweken.
Grote aardbei
Er zijn een aantal verschillende rassen die worden gekweekt voor de grootste en sappigste aardbeien. Deze worden door kwekers gebruikt om de grote aardbeien te krijgen die je in de winkels ziet liggen. Met veel zorg en aandacht kweek je uit deze rassen zeer grote aardbeien, tot wel 30 of zelfs 40 gram per aardbei. Toch is het ook een klein beetje geluk hebben. Niet elk jaar is een goed aardbeienjaar.
Een ras waar we hier ontzettend van houden is Maxim. Aan de planten zie je direct dat het om een groot soort gaat. Ook het blad wordt namelijk een stuk groter dan dat van andere aardbeiensoorten. Dit soort produceert tijdens een goed aardbeienjaar zeer grote vruchten.
Klimaardbei
Zoals de naam zegt klimt dit aardbeiensoort. Daar heb je een net, gaas, hekwerk of raster voor nodig. De meeste aardbeisoorten die als klimaardbei worden verkocht, worden zo'n één tot anderhalve meter hoog. Er zijn uitschieters tot wel twee meter maar meestal zal het niet zo ver komen.
De klimaardbei wordt gehouden als klimplant, maar het is geen èchte klimplant. De klimaardbei maakt geen "zuignapjes", hechtrankjes en wikkelt zich ook nergens omheen. Het is meer een soort kruipende plant die met een beetje hulp de hoogte in kan groeien.
De klimaardbei is dus geen echte klimaardbei, maar een ras dat je heel goed kunt opbinden zodat deze iets meer de hoogte in groeit.
Hangaardbei
Ook de hangaardbei is niet exact zoals de naam zegt dat hij is. Eigenlijk hangen alle aardbeien. De hangaardbei is een naam voor aardbeiensoorten waarbij de aardbeien aan langere steeltjes zitten. De hangen dus meer en zijn hierdoor erg geschikt voor in hangpotten, bijvoorbeeld aan de dakrand.
De hangaardbei is dus niet echt een apart ras, maar sommige rassen zijn beter geschikt als hangaardbei dan andere rassen.
Aardbei zaaien of planten
Wanneer kan je aardbei zaaien?
Aardbei zaaien of voorzaaien/voorkiemen kan direct buiten van mei tot juni.
Aardbei zaaien of voorzaaien/voorkiemen kan onder glas van maart tot mei.
Wanneer kan je aardbei planten?
Aardbei planten of uitplanten op de bestemde plek kan in de kweekkas van april tot juni.
Aardbei planten of uitplanten op de bestemde plek kan buiten van maart tot september.

De meeste aardbeien worden als plantje gekocht en in de grond of in pot of bak gezet. Je kunt ook aardbeien zaaien. Dan heb je wat geduld nodig omdat je vaak pas in het tweede jaar kunt oogsten. Als je een doordragend ras hebt kan je deze beter zo vroeg mogelijk planten.
Hoe en wanneer aardbeien planten
Aardbeien planten is de makkelijkste manier om aardbeienplantjes te kweken. Je kunt ook aardbeien zaaien. Dat is niet moeilijk maar wel uitdagender. Meestal zal je aardbeienplantjes kopen en deze zelf planten. Je kunt aardbeien planten in potten of bakken maar ook in de vollegrond. Soms koop je wortelstokken van aardbeienplantjes. Deze lopen vanzelf uit na het planten.
Maak de grond eerst goed los en graaf gaten waar de kluitjes of wortels in passen. Zet de kluitjes van je aardbeienplantjes hierin, of zet de wortels rechtop in de gaten. Let op dat de groeipunt van de wortelstokken naar boven wijst. Daarna maak je de gaten weer dicht. Bij wortelstokken mag de groeipunt net op het oppervlak van de grond, of net eronder zitten.
Geef een flinke scheut water en herhaal dit regelmatig. Zorg dat de grond niet drijfnat wordt maar zeker ook niet helemaal opdroogt. Het duurt niet lang voor je de eerste groene puntjes boven ziet komen bij de wortelstokken. Kleine aardbeienplantjes die je in de tuin zet groeien meestal binnen enkele weken weer verder.
Aardbeien planten in maart
De maand maart is net op het randje. Als het niet erg koud is kan je aardbeien planten in maart, maar wij wachten liever tot ten minste eind maart of zelfs april. Aardbeien planten in maart kan zorgen dat ze niet direct uitlopen. Bij strenge vorst kunnen jonge, kwetsbare plantjes dood gaan. Meestal is dat in maart niet meer het geval, maar je weet het nooit!
Je hebt in elk geval wat geduld nodig. Bij kouder weer lopen je aardbeienplanten niet direct uit, als je aardbeien in de grond doet in maart.
Aardbeien planten in september
Tussen maart en september kan je aardbeien planten. In september zelf zit je op het randje. Het wordt kouder en er is niet meer zo veel tijd om te groeien. De bedoeling van aardbeien planten in de herfst, is dat ze een klein beetje aan zijn geslagen voor ze de winter ingaan. Na de winter lopen ze dan direct mooi uit.
Aardbeien planten in september kan als het mooi weer blijft. Je kunt beter geen enkeldragende aardbeien planten in september. Kies dan een doordragend ras. Als we aardbeien planten in september, houden we ook het weer goed in de gaten. Mocht het erg koud worden dan wacht je liever tot het voorjaar.
Stel, je wilt graag aardbeien planten in september, dan kan je dit in een kweekkas doen. Het blijft daar doorgaans stukken warmer en langer vorstvrij. Je aardbeienplantjes kunnen zo nog mooi groeien. Je kunt ze bijvoorbeeld in bakken planten in de kas, om ze in het voorjaar op een definitieve plek buiten te zetten.
Aardbeien planten in bakken
Natuurlijk kan je ook aardbeien in bakken planten. Sterker nog, dit is ontzettend handig! Bijvoorbeeld bij kleinere ruimtes om verticaal te kweken. Je houdt een makkelijk overzicht in bakken. Uitlopers wortelen (meestal) niet direct naast de plant in de grond, waardoor het vak overvol raakt.
Aardbeien planten in bakken heeft daarnaast nog een groot voordeel: Bakken kan je ergens zetten waar slakken niet bij kunnen. Aardbeien in bakken planten heeft ook een groot nadeel: Aardbeien hebben namelijk veel zon nodig. De grond in potten en bakken droogt vaak snel op en in de zon nòg sneller.
Wil je aardbeien planten in bakken, kies dan geschikte bakken uit. In een gemiddelde balkonbak van 80 centimeter lang kan je al aardbeienplantjes planten. In zo'n balkonbak zet je het liefst maar 3-4 aardbeienplanten. Als je aardbeien niet genoeg ruimte krijgen, groeien ze slecht en krijg je kleinere aardbeitjes.
Aardbeien planten in bakken werkt ook in kweekkassen. Daar kan je bijvoorbeeld bakken ophangen boven elkaar. Je aardbeien hangen dan veilig uit de buurt van slakken, extra warm dus een betere oogst, maar nemen ook weinig ruimte in, in de kweekkas.
Makkelijk aardbeien stekken
Alle soorten aardbeien maken uitlopers. Deze kruipen over de grond en maken vanuit de puntjes nieuwe wortels in de grond. Daaruit groeit dan een heel nieuw aardbeienplantje. Aardbeien zijn misschien wel de makkelijkste om te zelf thuis te stekken. Laat de puntjes van de uitlopers in potjes met aarde hangen. Er ontstaan vanzelf nieuwe aardbeienplantjes in die potjes.

Bedenk je wel dat deze afleggers of stekjes ook energie kosten. Als je moederplant energie naar de uitlopers stuurt, worden de aardbeien kleiner of worden het er minder. Het doel van de plant is natuurlijk voortplanting. Als dit via de uitlopers lukt, zijn de vruchten niet ècht meer nodig. Die komen dan op de tweede plaats. Eerst zorgt de plant dat haar soort blijft voortbestaan.
Uitlopers verwijderen we om die reden vaak. Als we aardbeien stekken dan laten we er meestal slechts een paar zitten. Hoe meer je laat zitten, hoe minder energie er overblijft voor de vruchtjes. Één of twee uitlopers per plant laten zitten, is meestal geen probleem. Puur voor de productie verwijder je ze allemaal, maar het is leuk om er eens wat te laten zitten.
Aardbeien zaaien in potjes
Je kunt de aardbeien zaaien als je dat leuk lijkt. Als we vroeg beginnen met aardbeien zaaien, plukken we hetzelfde jaar nog aardbeitjes. Meestal valt de oogst dan in de herfst. Begin je later met aardbeien zaaien dan pluk je volgend jaar de eerste aardbeitjes, maar dan wel al in de zomer. Aardbeien zaaien is makkelijk maar kies een sterk ras uit. F1-hybride aardbeien rassen zijn sterk en productief.
Aardbeienzaaien we meestal uit F1-hybride zaden. De meeste aardbeien zijn namelijk niet zaadvast. Als je aardbei zaden van je eigen plantjes gebruikt, weet je dus niet zo goed welk soort je krijgt. Wil je het toch proberen, dan kan je zaadjes van je eigen aardbeien afhalen. Deze zitten gewoon aan de buitenkant van de kleine vruchtjes.
Wil je zelf aardbeien zaaien dan begin je liever in kweekpotjes. De potjes kan je op een geschikt plekje zetten. Pas als de plantjes groot genoeg zijn kan je de aardbeien planten.
Vul de potjes met fijne zaaigrond en leg daar de zaadjes in. Je kunt de aardbei zaden gewoon op de zaaigrond leggen. Je hoeft geen gaatjes te maken. Dek de zaden wel af met een heel dun laagje zaaigrond. Houdt de zaaigrond vochtig tijdens en na het kiemen. Gebruik geen harde waterstraal, daarmee spoel je de zaden weg. Geef bijvoorbeeld water met een plantenspuit, met een fijne nevel.
Bosaardbeitjes zijn het makkelijkst om te zaaien. Daarna komen de F1-hybride rassen van grotere aardbeiensoorten. Aardbeien zaaien is prima te doen. Het is natuurlijk nooit zo makkelijk als een plantje kopen en dit in de grond zetten. Wel is aardbeien zaaien heel leuk om te proberen. Zeker als je vroeg begint en hetzelfde jaar nog kunt plukken.

Per vierkante meter kan je ongeveer 9 tot 13 aardbei planten laten groeien in de volle grond. In rijen kan je ongeveer 3 tot 5 aardbei planten per strekkende meter laten groeien in de volle grond.
Aardbei verzorgen
Hollandse aardbeien komen meestal uit kassen. Het helpt als je een kas hebt maar vereist is dat niet. Je eigen sappige en grote aardbeien kweken is niet heel moeilijk. Kies in elk geval een warme en zonnige plek uit. Kweek je in potten of bakken, let dan extra op het water geven. Geef ook regelmatig extra voeding aan je aardbeienplantjes.
Verder lees je op deze pagina alles over hoe wij thuis aardbeien kweken. Er zijn een aantal hele leuke manieren zoals een aardbeientoren, voor je verticale moestuin in de stad. Als je weinig ruimte hebt is dat een echte aanrader. Wil je je aardbeien uit de vollegrond, neem dan flinke maatregelen tegen ongedierte. Ook daarover lees je verderop meer.
Oh ja, aardbeienplantjes vervang je normaal eens in de twee of drie jaar. Oudere aardbeienplanten kunnen namelijk minder productief worden. De aardbeien worden kleiner of het worden er opeens minder. Een plek in de volle zon helpt jouw aardbeien beter en sneller te rijpen. Extra voeding kan tijd rekken voor de levensduur van je plantjes.
Een aardbeienplant verzorgen
Het liefst zetten we aardbeien in potten en bakken of in een kweektoren. Dat heeft één reden: Slakken zijn makkelijker weg te houden. Hoe en waar je aardbeien kweekt bepaalt wel hoe je aardbeien verzorgt. In de vollegrond drogen ze minder snel uit dan in potten en bakken, maar daar heb je meer last van slakken en insecten die aardbeien eten.
Aardbeien planten in bakken
Zorg in elk geval dat potten en bakken gaten onderin hebben, zodat water makkelijk weg kan. Je kunt met koperen randjes en koperdraad werken om slakken weg te houden.

Aardbeien planten in de vollegrond
We hebben ook aardbeienplantjes in de vollegrond gehad. Een aardbeienplant verzorgen in de vollegrond brengt nieuwe uitdagingen met zich mee, zoals ongedierte en veel uitlopers. Je kunt je aardbeienplantjes in de vollegrond met wat mulch verwennen. Mulchen voorkomt uitdroging, houdt onder andere slakken weg en composteert vanzelf weer. Het maakt de grond voedzamer.
Je kunt gronddoek gebruiken in plaats van mulch. Het is iets minder natuurlijk maar er zijn goede, duurzame gronddoeken te vinden. In het gronddoek snijd je steeds een kruis op de plek waar je een aardbeienplantje wilt zetten. Zo kan je de flappen openvouwen, het plantje erin zetten en weer dichtvouwen. Het gronddoek blijft het hele oppervlak zo bedekken.
Door de bodem te bedekken raken je aardbeitjes de grond niet. Als mulchlaag wordt bij aardbeien meestal stro gebruikt. Gronddoek is een iets minder natuurlijk alternatief. Een aardbeienplant verzorgen in de vollegrond werkt dus weer net ietsje anders. Al kan je ook de grond in potten en bakken bedekken, om uitdroging tegen te gaan.
Bosaardbeitjes: Lekker èn onkruiddrukkend!

Om onkruid te drukken zetten we vaak bosaardbeitjes rondom onze moestuinbakken. Soms ook diverse (eetbare) bloemetjes voor de biodiversiteit en meer insecten in de tuin. Rondom de bakken zit altijd een loze ruimte, tussen de bak en de tegelpaden. Smalle ruimtes met kale grond waar geen stenen tussen passen en waar heel goed iets kleins kan groeien.
Bosaardbeitjes zijn hier ideaal voor. Je kunt eventueel ook kruiden planten op deze plekjes voor de biodiversiteit. Houdt bijvoorbeeld rekening met de combinatieteelt (zie verderop) van aardbeienplantjes. Ook dit voorkomt een plaag bij aardbeienplantjes.
Aardbeienplanten vervangen
We raden aan om minimaal eens in de drie jaar je aardbeienplantjes te vervangen. Vaak wordt na twee jaar de opbrengst al wat minder. Om zo veel en zo groot mogelijke aardbeien te krijgen, kan je dus het beste al jouw aardbeienplantjes regelmatig vervangen.
Je kunt bijvoorbeeld aardbeien stekken vanuit uitlopers, van je eigen planten. Deze kan je later opnieuw planten. Ook kan je iedere twee of drie jaar nieuwe aardbeienplantjes kopen, dat is iets makkelijker maar kan ook iets meer gaan kosten ieder jaar.
Hoe krijg je de meeste aardbeien?
Misschien vraag je je af waarom er zo weinig aardbeien aan je plantjes komen, of waarom ze zo klein blijven. We krijgen de vraag heel vaak. Daarom schrijf ik in dit stukje een aantal tips voor het krijgen van meer èn grotere aardbeien, te beginnen bij de eerste tip die hierboven al is genoemd:
- Vervang je aardbeienplantjes
Hierboven is het al genoemd, maar vervang iedere twee tot drie jaar alle aardbeienplantjes. Na twee tot drie jaar wordt de opbrengst gewoon minder. De plantjes zijn door de meest productieve levensfase heen gegroeid. Aardbeienplantjes zijn meerjarig maar hebben helaas ook niet het eeuwige leven. Na drie jaar is de rek er echt uit. - Verwijder alle uitlopers
De uitlopers van jouw aardbeienplantjes zijn natuurlijk heel leuk. Overal waar ze de grond raken groeien nieuwe aardbeienplantjes. Het lijkt een onuitputtelijke bron van nieuwe plantjes, maar niets is minder waar. Uitlopers kosten energie en dat gaat ten koste van de oogst. Verwijder de uitlopers daarom ook regelmatig. - Pluk regelmatig bloemetjes
Natuurlijk wil je zo veel mogelijk aardbeitjes! Helaas moet jouw aardbeienplantje de energie verdelen tussen alle bloemetjes. Hoe meer bloemetjes, hoe minder energie elk bloemetje krijgt. Door een aantal bloemetjes te verwijderen krijgen de overgebleven bloemen meer energie. Je krijgt dan minder aardbeien maar ze worden veel groter! - Bemest je plantjes regelmatig
Jouw aardbeienplantjes hebben genoeg voeding nodig om te groeien. Het beste kan je regelmatig extra voeding geven. Geef dan een geschikte meststof voor onder andere (klein)fruit, zoals een algemene moestuin meststof. Als jouw aardbeienplantjes genoeg voeding krijgen, groeien ze beter en geven ze ook meer aardbeien. - Kies een geschikte plek uit
Niet alleen de bodem en bemesting zijn belangrijk maar ook de standplaats. Alles wat je goed doet draagt bij aan een betere oogst. Een zonnige plek is voor aardbeien eigenlijk onmisbaar. Meer zon zorgt dat de plantjes beter groeien, net als de aardbeien die ze maken. Ook rijpen de aardbeien veel beter als deze in het zonnetje staan.

Aardbei water geven
Voorkom altijd dat je aardbeienplantjes uitdrogen. De grond mag nooit helemaal opdrogen maar je aardbeienplantjes mogen ook niet drijfnat staan. Aardbeien kweken we dus op een licht vochthoudende grond, maar we zorgen ook voor een goede afwatering. Geef water als de bodem begint op te drogen. Sla een waterbeurt over als de bodem nog erg vochtig is.
Let extra goed op bij aardbeienplantjes in potten en bakken. Deze drogen veel sneller op, zeker in de zon. Vocht in de potten en bakken verdampt in de zomer extra snel. Tijdens die periode geef je dan ook veel vaker water. Controleer de grond van je aardbeienplantjes regelmatig.
Aardbei grondsoorten
Aardbeien zijn niet veeleisend. Je kunt aardbeien kweken op vrijwel iedere grondsoort. Op een licht zure grond groeien aardbeienplantjes het beste. Een vochthoudende bodem voorkomt uitdroging en dat scheelt enorm in de zomer. Hoewel niet vereist is dat dus wel aan te raden.
Ook op kleigrond kan je aardbeienplantjes kweken, maar dan maak je de bodem het liefst eerst goed los. Ook dat is niet per se vereist maar maakt het groeien een stuk makkelijker voor je plantjes. Onderin potten en bakken kan je een laag hydrokorrels leggen voor een goede afwatering. Gebruik bijvoorbeeld vermiculiet om uitdroging te voorkomen.
pH
Aardbei tolereert bodems waarvan de pH-waarde tussen deze twee waarden in ligt. Links is zuur en rechts is basisch. Lees ook: Wat is pH?

Aardbei bemesten
Aardbeienplantjes hebben regelmatig voeding nodig. Door te bemesten krijg je sterkere planten, meer aardbeien en groeien de plantjes en vruchten gewoon veel beter. Er zijn speciale meststoffen voor aardbeien maar in principe is een algemene moestuin meststof al voldoende.
Belangrijk is dat je geen extra stikstof geeft, bovenop de algemene mest. Je aardbeienplantjes gaan dan meer blad maken, ten koste van de aardbeien.
Voor het bemesten van aardbei adviseren we bij benadering de samenstelling stikstof (N), fosfaat (P) en kalium (K) 6-5-6 . Dit is ons advies en geen vereiste. Je kunt zelf mest mengen naar verhouding. Lees ook: Wat is NPK mest?

Aardbei kweken op verschillende manieren
Aardbeien worden vaak in rijen gekweekt, op gronddoek of een bed van stro.
Aardbeientoren voor verticale moestuin
Bijna iedereen is dol op aardbeien. Grote, sappige, dieprode, zachte... Hmmmm... Afijn, maar niet iedereen heeft de ruimte voor een veldje aardbeienplantjes. Een aardbeientoren geeft je die ruimte! In de toren op de foto passen 36 plantjes. In tegenstelling tot bijvoorbeeld tomatenplanten of paprikaplanten, zijn aardbeienplanten ideaal voor in zo'n toren!

Een geschikte afvoerbuis is minimaal van PVC-U zonder weekmakers of schadelijke additieven. Het beste is een HDPE, PE of PP buis van foodgrade-kwaliteit. Let op keurmerken zoals KIWA (drinkwater-geschiktheid) en KOMO. Wil je ook zo'n kei van een aardbeientoren bouwen, lees dan hoe je een plantentoren van afvoerbuizen maakt en stroop die mouwen maar alvast op!
Je zou aardbeien natuurlijk ook in pallets kunnen kweken. Ook dat hebben we hier eens gedaan. Het mooie van pallets is dat deze gratis zijn, als je weet waar je moet wezen. Een bouw-groothandel betaalt vaak om de pallets af te laten voeren. Als je het aan ze vraagt, zijn ze vast blij als je ze mee wilt nemen. Lees ook eens hoe je een verticale aardbeientuin van pallets maakt!

Benieuwd geworden naar andere manieren om aardbeien te kweken? Lees dan meer over een verticale moestuin in de stad en bekijk deze 6 manieren om een plantentoren te bouwen. Als je niet zo'n Bob de Bouwer bent, dan kan je ook gewoon aardbeien in potten en bakken zetten:

Een stel hoge potten en bakken houden aardbeien weg van de grond. Zet de potten of bakken op een constructie en slakken komen er nog moeilijker bij. En ook hier geldt: Koperen randjes of koper tape lijkt goed te werken tegen slakken. Genoeg keuze dus. Aardbeien kweken kan overal en iedereen kan het ;)
Combinatieteelt met aardbeien
Je kunt aardbeien heel goed samen kweken met saffraan. De saffraankrokus maakt loof dat een beetje lijkt op gras. Wanneer de saffraankrokus is uitgebloeid in de herfst, tegen de winter, dan gaat deze opeens heel veel extra loof maken. Wanneer aardbeien beginnen te groeien in het voorjaar, droogt dit loof weer uit. Het loof van de saffraankrokus wordt dan een soort stro en dekt de grond rondom je aardbeien mooi af.
Wat ook goed samen kan met aardbeien is de bosbes. Vooral bosaardbeitjes zijn hier dan heel geschikt voor, omdat bosaardbeitjes nog sneller en dichter groeien. Wat aardbeien of bosaardbeien zo goed maakt, is dat deze de bodem bedekken rondom je bosbessen. Aardbeienplanten vormen een levende, natuurlijke mulchlaag rondom de bosbessenstruiken.
Waarom veel kruiden goed samengaan met aardbeien heeft een simpele reden: Slakken op afstand houden! Aardbeien worden vaak gekweld door slakken waardoor jij ze niet meer kunt eten. Om slakken weg te houden kan je bij aardbeien heel goed kruiden zetten. Bijvoorbeeld komkommerkruid, tijm, salie, bieslook.
Ook uiensoorten werken goed tegen slakken: uien, knoflook, bieslook, prei, alleen daslook niet. Het zou wel werken maar daslook groeit slechts kort in het voorjaar. De rest van het jaar heb je daar dus niets aan tegen slakken. Je kunt daslook er natuurlijk wel bij planten om iets lekkers te kweken. Tegen slakken werken andere looksoorten beter.
Aardbei
Voor het kweken van aardbei zou je wisselteelt kunnen gebruiken.
Aardbei is een vruchtgewas. De ideale voorteelt is een bladgewas en de ideale nateelt is een wortel- of knolgewas of aardappelsoort volgens het wisselteelt schema.
Aardbei goede buren
Aardbei kweken kan goed samen met
knoflook,
kropsla,
radijs,
spinazie,
wortel,
bosbes,
saffraan,
slaboon,
lupine,
uien
knoflook,
salie,
komkommerkruid,
tijm,
bieslook,
knoflook,
prei,
als je gebruik maakt van combinatieteelt.
Aardbei slechte buren
Aardbei kweken gaat liever niet samen met
aardappel,
bloemkool,
boerenkool,
broccoli,
knolraap,
paksoi,
palmkool,
rode kool,
romanesco,
spruitjes,
witte kool,
als je gebruik maakt van combinatieteelt.

Aardbei bloei en bestuiven
Wanneer bloeit aardbei? Aardbei bloeit doorgaans van mei tot november.
Aardbeien hoef je meestal niet zelf te bestuiven. Dit wordt door de wind en door insecten gedaan. Er zijn verschillende aardbeiensoorten, waarvan sommige eenhuizig zijn en tweeslachtige bloemetjes maken. Andere aardbeien zijn juist tweehuizig, waardoor je mannelijke en vrouwelijke planten nodig hebt.
Je kunt vaak vrouwelijke aardbeienplanten bij zelfbestuivende aardbeienplanten zetten, als ze beiden rond dezelfde tijd bloeien.

Het bestuiven van aardbeienplantjes hoef je dus niet zelf te doen. Maar als je tweehuizige aardbeienplantjes hebt staan, moet je daar wel aardbeienplantjes bij zetten die tegelijk bloeien. Die hoeven niet per se van hetzelfde soort te zijn. Het gaat echt puur om de bestuiving door insecten en door de wind.
Voor de zaadteelt heb je natuurlijk liever wel aardbeienplantjes van hetzelfde soort. Zorg dat er dan ook geen andere aardbeienplantjes in de buurt staan, want aardbeien kruisen makkelijk en zijn hierdoor niet zaadvast. De zaadjes zijn makkelijk te vinden want ze zitten aan de buitenkant van de vruchtjes.
Wacht met het oogsten van de zaden tot de vruchtjes (bijna) van de plantjes vallen. Dan zijn de zaden goed gerijpt en kan je deze opnieuw zaaien. Een goede bestuiving is nodig om alle zaden levensvatbaar te maken.

Wanneer aardbei oogsten
Wanneer kan je aardbei oogsten? Doorgaans doe je dit van juni tot november.
Een aardbei kleurt door maar rijpt niet door. Dus een aardbei moet je echt pas plukken als deze dieprood van kleur is geworden. Dan is niet alleen de kleur goed maar ook de smaak. Zou je de aardbei lichtrood plukken dan wordt deze wel donkerrood van kleur, maar omdat aardbeien niet doorrijpen blijft de smaak vlak en is de aardbei dan minder lekker. Oogst dus op het juiste moment!
Voor witte aardbeien geldt dat de zaden op de aardbei allemaal donkerrood moeten zijn. Een witte aardbei met een paar lichtrode of zelfs groene zaden erop, is nog niet helemaal rijp. De witte aardbei wordt ook crème-achtig van kleur als deze goed rijp is. Een onrijpe witte aardbei is nog spierwit zonder enige gele tint erin. De gele of crème tint ontstaat als deze rijpt. Hieraan kan je zien dat het tijd is om te plukken bij witte aardbeien.

Ook de bosaardbei kan je het beste plukken als deze mooi, dieprood van kleur is. De vruchtjes laten dan ook heel makkelijk los. Niet altijd kleuren de bosaardbeitjes mooi egaal rood. Soms zitten er nog wat lichte delen op. Zo lang deze makkelijk loslaat kan je deze gewoon plukken. Ook als een klein deel nog wit is, smaakt deze meestal al lekker zoet. Pluk wel voorzichtig want de bosaardbei is heel zacht. Als je net iets te hard knijpt plet je de aardbei of knijp je deze stuk.

Aardbei gebruiken
Aardbeien zijn heerlijk door een fruitsalade. Ook kan je aardbeien met een toefje slagroom opeten en je kunt er (poeder)suiker overheen doen. Dat is lang niet bij elke aardbei nodig, veel soorten zijn van zichzelf al lekker zoet. Aardbeien kan je natuurlijk ook direct van de plant opeten. Een zoete en sappige aardbei is heerlijk om zo te eten.
Aardbeitjes zijn erg veelzijdig. Naast het bovengenoemde zijn ze ook erg geschikt om ardbeienjam van te maken. Je kunt ze door de yoghurt of kwark eten, bij het ontbijt. Of verwerken in gebak en cake. Een aardbei kan ook een mooie "kers op de taart" zijn (aardbei op de taart dus). Eigenlijk is er te veel om alles op te noemen.
Aardbei houdbaarheid
Verse aardbeien kan je slechts enkele dagen bewaren in de koelkast. Het beste is dan ook om aardbeien pas te plukken als je ze gaat gebruiken, of direct te gebruiken na het plukken. Aardbeien schimmelen makkelijk, zelfs in de koelkast, door het vele vocht dat in de vruchten zit. Bewaar ze daarom nooit in een gesloten verpakking, maar in een open bakje of een bakje met gaatjes.
Aardbeien zijn gelukkig wel heel geschikt om in te vriezen. De meeste kleine (zomer)vruchtjes en bessen kan je overigens prima invriezen. Ze zijn dan tot een jaar houdbaar. Na het ontdooien zijn de aardbeien weer precies zoals ze waren. Toch smaakt een aardbei dan natuurlijk nooit zo lekker als vers van de plant.
Aardbei ziektes en plagen
Aardbeienplantjes kunnen last krijgen van verschillende ziektes en plagen. Schimmels op het blad en bij de wortels kunnen voorkomen. Meestal als gevolg van zeer natte grond, of als de plantjes wat ouder zijn. Daarom vervang je meestal je aardbeienplantjes om de twee of drie jaar, zoals eerder genoemd.
Onderschat ongedierte bij aardbeien niet. Slakken komen het meest voor en iedereen krijgt ermee te maken. Om die reden geven mensen vaak op, als het om aardbeitjes gaat. Wees niet iemand die opgeeft, want deze tips tegen slakken die kunnen jouw aardbeien oogst redden, voor eens en voor altijd.
Slakken bij aardbeien
Om de tips tegen slakken een beetje samen te vatten: Zet je plantjes hoog, bijvoorbeeld in een aardbeientoren of in een hangende pot of bak. Gebruik koperen tape en koperdraad rondom de randen van potten en bakken. Slakken kruipen er niet graag overheen. Dit kan 95% van de slakkenvraat al voor je oplossen.
De overige 5% slakkenvraat? Neem het voor lief, of bekijk toch maar de rest van de slakken-tips. Hoe meer tips je tegelijk gebruikt, hoe beter jouw aardbeientuintje slakvrij wordt! In de vollegrond gebruik je in elk geval een bed van stro of een ander soort natuurlijke mulchlaag. Ook dat houdt de meeste slakken tegen.
Reactie plaatsen
Inloggen of Account maken om te reageren op Zelf aardbeien planten, kweken en plukken!
Alle reacties